1) Bespreek Cloud als één ding.

Verhelder waar je over spreekt: SaaS, PaaS of IaaS en maak duidelijk of je een public of private cloud implementatie op het oog hebt.

2) Aannemen dat Cloud altijd Public Cloud betekent.

Cloud computing is een stijl en geen locatie: de sleutel voor het begrip is, dat een applicatie wordt beheerd door een provider en niet door de organisaties, die gebruik maken van die dienst.

3) Aanhalen, dat veiligheid het belangrijkste issue in de acceptatie van de Cloud is zonder dieper te graven.

“Veiligheid” is wel heel vaag, en “Cloud” ook; gecombineerd is er weinig betekenis te ontdekken. Zie hierboven nr. 1: Cloud is niet één ding, dus de beveiliging ervan ook niet.

4) Virtualisatie en Cloud als synoniemen gebruiken.

Virtualisatie is een middel voor Cloudimplementaties, en meer specifiek in datacenters, maar het is niet noodzakelijk. (en uiteindelijk draaien ook Cloudcomputers op hardware)

5) Aannemen dat Cloud altijd minder duur is.

In veel gevallen is de aanjager van de migratie snelheid, flexibiliteit of verandering van CapEx naar OpEx. De totale kosten kunnen nog altijd gelijk of zelfs hoger zijn, ongeacht de winst of besparingen op andere terreinen

6) Aannemen dat “naar de Cloud migreren” een applicatie minder gevoelig voor downtime maakt.

Een kritische applicatie naar de Cloud verplaatsen betekent nog altijd, dat die applicatie “ergens” op draait; iemand moet een backup regelen. Of nog preciezer: omdat het een kritische applicatie betreft maak je juist backups, ongeacht de plaats waar die “draait”. Als een datacenter down gaat, gaan ook de applicaties van een concurrent down, maar daar hebben je klanten geen boodschap aan.

7) Verwijzen naar traditionele hosting als “Cloud”.

Veel implementatie van Microsoft BPOS en nu van Office 365 gebruiken Microsofts “dedicated” servers; dedicated voor je organisatie, maar beheerd door Microsoft. Noem het hoe je wil, maar dit is traditionele hosting onder een Cloudhoedje.

Vrij naar MacDonald